GEZONDHEID
Onze fokpoezen worden getest:
DNA Combibreed
ECHO: HCM, PKD, Cin,
PL (patella luxatie)
FIV/FELV
FIV-FELV
Katten laten testen op FeLV en FIV gaat d.m.v. een eenvoudige bloedtest bij de dierenarts.
FIV
Feline Immunodeficientie Virus (of kattenaids) wordt veroorzaakt door een virus dat verwant is aan het HIV virus bij de mens dat AIDS veroorzaakt. Daarom wordt FIV ook wel kattenaids genoemd. FIV kan alleen de kat besmetten en niet de mens. De besmetting van het virus vindt vooral plaats via bloedcontact bijv. bij vecht- en bijtwonden. Het ziekteverloop is vergelijkbaar met HIV: het virus tast het immuunsysteem aan waardoor de kat gevoelig wordt voor allerlei infecties.
FeLV
Feline Leukemie Virus (of leucose) is een virusziekte die het immuunsysteem van de kat aantast waardoor de kat gevoeliger is voor infecties. Ten gevolge hiervan kan o.a. leukemie ontstaan.
FeLV wordt voornamelijk overgedragen door langdurig sociaal contact, maar ook door een bijtwond. Enkele ziekteverschijnselen zijn: tumoren in diverse organen, leukemie, vermageren, benauwdheid, koorts, sloomheid, oogontstekingen, slecht eten en verlammingsverschijnselen.
HCM
HCM is de afkorting voor Hypertrofische CardioMyopathie. Dit is een aandoening van de hartspier, die gekenmerkt wordt door het dikker worden van de hartspier. Deze aandoening kan zowel verkregen zijn (bijv. door een te hard werkende schildklier) maar ook erfelijk. De erfelijke vorm van HCM leidt meestal al op jonge leeftijd tot problemen (<2 jaar), maar ook kennen we katten die een geleidelijker ziekteverloop hebben. Bij de erfelijke HCM zijn de spiervezels op microscopisch niveau afwijkend en functioneren niet normaal. Uiteindelijk leidt dit tot een gestoorde werking van het hart. Katten kunnen acuut dood neervallen of symptomen ontwikkelen als benauwdheid, slecht eten, vermageren, achterhandsverlamming. Bij de Maine Coon is al redelijk wat onderzoek gedaan en hier lijkt HCM autosomaal dominant over te erven. Of dit bij andere katten en bij alle Maine Coons zo is, weten we niet. Waarschijnlijk zijn er, in analogie naar de mens, meerdere genen die HCM kunnen veroorzaken.
HCM kan bij alle raskatten voorkomen. “Bekende rassen” zijn o.a. de Maine Coon, Brits Korthaar en Ragdoll. Echter ook bij andere rassen komt het voor, maar omdat daar vaak nog beperkt getest wordt en ook niet altijd sectie wordt gedaan, is hier nog weinig informatie over beschikbaar. HCM kan onderkend worden met een echografisch onderzoek. Een negatieve test (normaalbeeld) is helaas geen garantie voor “HCM vrij” zijn. Hoe ouder de kat is bij een test, des te meer waarde heeft een negatieve test. De meeste katten met HCM ontwikkelen dit nl. meestal op jonge leeftijd. Het meest ideale zou dus zijn om ouders, grootouders en overgrootouders te testen. Daarnaast moet zoveel mogelijk sectie gedaan worden bij katten die onverwachts overlijden. Op deze manier moet het mogelijk zijn om bepaalde lijnen in kaart te brengen. Voor dieren waar actief mee wordt gefokt, geldt een advies om de HCM test jaarlijks te herhalen. Voor dieren die niet meer actief in de fok zijn, maar wel nakomelingen hebben, is het testadvies 2-jaarlijks.
Ook HCM testen dienen te gebeuren door een ervaren onderzoeker/radioloog/cardioloog met goede apparatuur.
PKD
PKD is een afkorting van Polycystic Kidney Disease. Dit is een erfelijke aandoening die bij katten voorkomt. Bij dieren die deze afwijking hebben, zijn in beide nieren meerdere cysten (=holtes met vloeistof) aanwezig. Kenmerkend is dat zowel het aantal cysten, als de omvang van de cysten toeneemt met de leeftijd. Klachten ontstaan dan ook meestal pas op middelbare-oudere leeftijd. Dan pas zijn er zoveel cysten en zulke grote cysten dat het normale nierweefsel in zijn functie tekort gaat schieten. Er ontstaan dan symptomen als veel drinken en plassen, slecht eten, vermageren, braken.Er zijn duidelijke verschillen tussen de rassen. Bij de Perzische kat komt PKD het meeste voor (naar schatting heeft in Nederland ongeveer 1/3 van de Perzen populatie deze aandoening), maar ook bij rassen waar Perzen in zijn gefokt, zoals bijv. Britse Korthaar, komt PKD voor. PKD erft dominant over. Er is op dit moment het meest betrouwbaar op te testen met een echografisch onderzoek. De minimum leeftijd is 6 maanden. D.w.z., men kan wel eerder testen, maar bij een PKD negatieve uitslag, heeft dit nog beperkte waarde. Het onderzoek moet dan ook herhaald worden. Vanaf een leeftijd van 10 maanden is de betrouwbaarheid van een echo onderzoek ongeveer 95%. Een PKD onderzoek hoeft in principe niet herhaald te worden (tenzij bij bepaalde dubieuze gevallen, of bij dieren jonger dan 6 maanden). Voor een betrouwbare PKD uitslag is het van essentieel belang dat dit onderzoek wordt uitgevoerd met een kwalitatief goed echo apparaat (om ook hele kleine cysten van bijv. 1 mm doorsnee te kunnen zien) én door een deskundig persoon met voldoende ervaring. In Nederland is afgesproken, dat dit onderzoek daarom alleen bij erkende specialisten/radiologie uitgevoerd dient te worden. Er is ook een DNA test voor PKD beschikbaar, deze is tot nu toe echter alleen valide voor de Perzische kat en katten die daaraan gerelateerd zijn. De schriftelijke uitslag krijgt u direct mee.
CIN
CIN is een andere nierafwijking die met een PKD echotest onderkend kan worden. CIN betekent chronische interstitiele nefritis; dit is een chronische ontsteking van het tussenweefsel in de nieren, wat leidt tot bindweefsel toename. In de volksmond wordt dit ook wel schrompelnieren genoemd. Het leidt tot klachten omdat er steeds minder gezond nierweefsel overblijft. De klachten kunnen zijn: veel drinken en plassen, slecht eten, braken, vermageren, slechte vacht. Bij bloedonderzoek worden in een later stadium ook meestal verhoogde nierwaarden (ureum en kreatinine) gevonden.
Vaak wordt de ziekte klinisch duidelijk als de nieren zwaarder belast worden. Vandaar dat het vaak duidelijk wordt als een poes drachtig is of kort geleden bevallen is. De ziekte komt echter bij poezen en katers voor.
CIN kan verkregen zijn (meestal bij oudere dieren) maar ook erfelijk (dan meestal al op jonge leeftijd te onderkennen). Tot op heden is CIN vooral gevonden bij de Ragdoll. Er zijn echter gegevens die er op duiden dat ook bij andere rassen dergelijke problemen voor kunnen komen. Bij de Ragdoll zijn heel duidelijk familiaire verbanden aanwezig, daarmee is erfelijkheid dus zeer aannemelijk. Hoe de overerving is, is nog niet duidelijk. Hoe meer getest wordt en hoe meer informatie beschikbaar komt, des te beter kunnen we hier inzicht in krijgen.
Bij echografie kan het volgende gevonden worden: de nieren zijn abnormaal van vorm met een onregelmatig oppervlak. Vaak is één of beide nieren te klein. De schors van de nieren (buitenste weefsellaag) wordt vaak breder, witter en vlekkerig. Het merg (binnenste weefsellaag) is moeilijker te herkennen. Ook dit zijn weer veranderingen die (zeker in een beginstadium) alleen door een geoefend onderzoeker/radioloog vastgesteld kunnen worden.
NIESZIEKTE
Niesziekte
Niesziekte is een besmettelijk virus bij katten. Geïnfecteerde katten gaan, de naam zegt het al, niezen, snotteren en krijgen vieze ogen. Niesziekte kan snel verergeren en er voor zorgen dat een kat doodziek wordt. Ook kan niesziekte chronisch worden. Snel ingrijpen is dus belangrijk!
Oorzaken
Niesziekte bij de kat wordt veroorzaakt door verschillende virussen. Het Herpesvirus (FHV-1 of FHeV-1) en het Calicivirus zijn de belangrijkste veroorzakers van niesziekte. Het herpesvirus wordt overgedragen door fysiek contact tussen katten. Het virus wordt letterlijk uitgeniest door de kat en belandt met de druppeltjes vocht in de lucht.
Risicoplaatsen
Met name op plekken waar veel katten bij elkaar komen, zoals in pensions, cattery’s of asielen verspreidt niesziekte zich hierdoor snel. Ook kan niesziekte via de kleding van de eigenaar worden overgedragen, of alles waar het besmette vocht/snot op is gaan zitten, zoals kleedjes of (reis)manden. Ook via schoeisel en kleding kan het virus worden overgedragen, maar omdat het niet lang overleeft ‘buiten de kat’ gebeurt dit weinig.
Symptomen
Hoewel ‘niesziekte’ vrij onschuldig klinkt, is dit het niet. Niesziekte uit zich als eerste door niezen en een snotterige neus en ogen bij de kat. Niesziekte kan echter snel verergeren en tast alle slijmvliezen in het lichaam van de kat aan:Koorts en benauwdheid , eetlust vergaat, doordat de kat door een verstopte neus niet meer in staat is te ruiken. Een geïrriteerde slijmhuid in de keel, neus en mondholte maakt van eten een nog groter probleem. In uiterste gevallen kan dit inhouden dat katten, zonder dwangvoederen, zichzelf doodhongeren.
Wanneer katten met een verstopte neus door hun mond gaan ademen, is de kans aanwezig dat de ontsteking afdaalt naar de luchtpijp en de longen. Bovendien is het risico aanwezig dat niesziekte chronisch wordt
Chronische niesziekte
Wanneer een kat eenmaal besmet is met het herpesvirus zal hij dit altijd latent bij zich blijven dragen, ook al lijkt hij volledig gezond. In tijden van een verminderde weerstand kan de niesziekte weer de kop op steken en ook stress is een bekende veroorzaker van het reactiveren van het virus. Dit is ook de reden dat catteries, pensions, tentoonstellingen of dierenartsenpraktijken bekende ‘niesziektebolwerken’ zijn; hier zitten immers veel (vaak gestreste) katten bij elkaar wat zorgt voor een verhoogde infectiedruk.
Vaccinatie tegen niesziekte, vaccinatie tegen herpes voorkomt helaas lang niet altijd dat een kat besmet raakt. Het vermindert echter wel in veel gevallen de symptomen als een kat ziek wordt en reduceert het eveneens het uitscheiden van het virus.
Oogproblemen door niesziekte: conjunctivitis Herpes heeft niet alleen zijn weerslag te hebben op de luchtwegen van een kat, ook de ogen kunnen door het herpesvirus aangetast worden. In zo’n geval spreken we van conjunctivitis, oftewel bindvliesontsteking. Hierbij raakt het ‘roze gedeelte’ van het oog geïrriteerd wat kan uitmonden in een voor de kat uitermate onprettige ontsteking van het oog. Om te voorkomen dat onherstelbare schade aan de ogen optreedt is het belangrijk om zo snel mogelijk, zodra de eerste symptomen van niesziekte zich voordoen, in te grijpen.
FIP
Feline Infectious Peritonitis – betekent zoveel als ontsteking (v.d. bloedvaten) in de buikholte bij katten. De veroorzaker van deze ziekte is het (relatief onschuldige) Corona virus dat veel voorkomt in de darmen van gezonde katten zonder daar echt grote problemen te veroorzaken. Ten gevolge van stress of verminderde conditie kan dit Corona virus de darm verlaten en ‘muteren’ in het FIP-virus dat elders in het lichaam infecties veroorzaakt. Dit virus wordt vermoedelijk via ontlasting, urine en speeksel overgedragen. Fip komt voor in een droge en natte vorm. De droge vorm heeft nog enige kans op leversverwachting… Bij de natte vorm kan de kat binnen een paar dagen overlijden. Fip komt meestal voor bij jonge katten tuusen 6 maanden en 2 jaar en is vrijwel altijd dodelijk.Er is nog steeds weinig bekend hoe en waarom de ene kat niets krijgt en de andere wel.
De droge vorm van FIP
Dit is de chronische vorm waarbij er in verschillende organen door het hele lichaam kleine ontstekingshaarden ontstaan. Veel voorkomende organen zijn de lever, de nieren, de ogen en de hersenen. De droge vorm verloopt trager dan de natte vorm en is er weinig vochtopstapeling. Vaak zijn er vage klachten zoals gewichtsverlies, depressie, koorts, braken, diarree, doffe vacht, groeiachterstand (zelden). Andere, meer herkenbare problemen (zeker i.c.m. elkaar) zijn: Oogproblemen: -conjunctivitis (ontsteking van het oogbindvlies), uveïtis, blindheid, verkleuring van de iris
Nierproblemen: -veel drinken en plassen.
Leverfalen: – icterus (geelzucht)
Pancreas (alvleesklier): -braken en diarree
Neurologische symptomen: -paralyse (verlamming), ataxie (wankelgang), beven, nystagmus (afwijkende oogbewegingen), epilepsie, en karakterveranderingen
De natte vorm van FIP
Dit is de acute vorm waarbij kleine bloedvaten vocht gaan lekken en er vrij vocht in de buikholte en/of borstholte ontstaat. Dit vocht is vaak geel en dradentrekkend (ten gevolge van een hoog eiwitgehalte en fibrine). Katten met deze vorm van FIP zijn erg ziek. Ze hebben vaak hoge koorts en een dikke buik. Ze kunnen benauwd zijn als er vocht in de borstholte aanwezig is.
Symptomen kunnen zijn: slecht eten – koorts – slechte vacht – lusteloosheid/sloomheid – slechte groei en een groeiachterstand (bij jonge katjes) – vermageren – oogontstekingen: uveitis (let op: uveitis kun je ook bij FeLV en FIV zien) – dikke volle buik door vocht in de buik (ascites) – benauwdheid door vocht in borstholte (hydrothorax) – gele slijmvliezen en huid (icterus of geelzucht) als de lever is aangetast -braken en diarree.
Ook neurotische symptomen zijn waarneembaar zoals epileptische aanvallen, als er ontstekingen in de hersenen zijn. Soms valt de eigenaar alleen een gedragsverandering op. Andere neurotische symptomen zijn nystagmus (de ogen van de kat gaan steeds heen en weer), verlammingen, trillen en beven.
Het is vrij lastig om aan te tonen of een kat FIP heeft, omdat in een laboratium geen onderscheid is te maken tussen de antistoffen tegen het Corona-virus of het FIP virus. Dus een kat die antistoffen heeft tegen het Corona-virus hoeft geen FIP te hebben of te ontwikkelen. Bij de natte vorm van FIP wordt middels een punctie wat buikvocht afgenomen wat de karakteristieke gele en ‘stroperige’ kenmerken heeft. De diagnose voor droge FIP is veel moeilijker te stellen en kan meestal pas na overlijden bij sectie en weefselonderzoek worden aangetoond.
Er zijn geen medicijnen beschikbaar tegen FIP. Alleen tijdelijke afremmers kunnen het leven van de kat naar omstandigheden zo aangenaam mogelijk te maken.
Op FIP wordt niet preventief getest omdat dit moeilijk of niet aan te tonen is.
PS: FIP kan behandeld worden met niet geregistreerde medicatie in NL deze medicatie heet SAK. De behandeling duurt gem 84 dagen met 1x daags 1 injectie, dosering naar gewicht. Ongeveer 80% vd zieke FIP katten, hersteld hierop!! Belangrijk is om zsm te starten met de begandeling bij vermoeden van FIP
HAARBALLEN
Haarballen bij katten
Bijna elke katteneigenaar kent ze wel, van die donkere plakkaten van 2 tot 7 cm lang waar je ‘s morgens blootsvoets op weg naar de wc heerlijk over kunt uitglijden. Katten kunnen ongeveer een keer per maand een haarbal produceren, zelfs als u er nog nooit een gezien hebt. Andere katten verwerken de ingeslikte haren onopgemerkt via de ontlasting. Haren of haarballen kunnen echter ook irritatie van het maag-darmkanaal veroorzaken.
Hoe ontstaan haarballen
Daar de kat erg schoon is besteed die een hoop aandacht aan de vachtverzorging. Tijdens die vachtverzorging worden losse haren weggelikt en ingeslikt. Die haren zullen in de maag aaneen klitten en een ‘bal’ vormen. Pas wanneer deze uitgebraakt wordt, krijgt de haarbal door de slokdarm de langgerekte vorm.
Het uitbraken van haarballen
Na verloop van tijd irriteert de maagwand en zal de kat de haarbal proberen uit te braken. Waarschijnlijk eten katten instinctief gras en wanneer niet voorradig ander groen in huis. Dit ‘kattengras’ irriteert de maag waardoor het braken opgewekt wordt.
Vastzittende haarbal
Heel zelden kunnen die haarballen in de darm zo hard worden dat ze operatief uit de darm moeten gehaald worden. Tekenen van een vastzittende haarbal zijn chronisch braken, vaker en kleinere hoeveelheden voedsel eten en geleidelijk gewichtsverlies.
Wat kunt u er als eigenaar preventief aan doen
U moet er een goede gewoonte van maken uw kat wanneer deze in de rui is geregeld te borstelen. Langharige kattenrassen vereisen ten minste één borstelbeurt per week. Door het borstelen haalt u het grootste gedeelte van de dode haren weg die anders tijdens de vachtverzorging door de poes zouden opgelikt worden. Het borstelen zorgt tevens voor een goede huidmassage wat de huid- en haarkwaliteit ten goede komt met minder dode losse haren tot gevolg.
Door U kat af en toe te wassen met een goede kattenshampoo, komen de dode haren goed los. Als de kat weer droog is kunt u deze er makkelijk uitkammen. Zorg wel dat er geen klitten in de vacht zitten voordat u de kat gaat wassen.
Haarbalpasta
Verder kunt u tijdens de ruiperiode een speciale haarbalpasta toedienen aan uw kat. Deze pasta verweekt aanwezige haarballen en werkt licht laxerend, zonder diarree te veroorzaken. Deze pasta heeft over het algemeen een aangename smaak voor de kat waardoor toedienen geen probleem is.
Geneesmiddelen
Heeft uw kat echt klachten ga dan naar u dierenarts. Er zijn ook geneesmiddelen ter ondersteuning van klachten aan maag-darmkanaal als gevolg van haarballen te verkrijgen.